Cette page n'est pas disponible en français. Veuillez-nous en excuser.

ABIS Infor - 2016-06

De 70/20/10 regel: de ultieme leeroplossing?

Paul Veugelen (ABIS) - 10 juni 2016

Samenvatting

De 70/20/10 regel om de effectiviteit van leervormen te evalueren, staat vandaag weer volop in de belangstelling. In dit artikel presenteren we een aantal bedenkingen over deze regel.

De 70/20/10 regel van Charles Jennings

Tijdens onze gesprekken met klanten kwamen we de laatste maanden meermaals de 70/20/10 regel tegen. Voor wie niet geheel mee is, volgens de 70/20/10 regel leren mensen (in organisaties)

- 70 procent tijdens het dagelijks werk (experience learning),

- 20 procent door coaching (social/exposure learning)

- en slechts 10 procent uit cursussen (formal/structured learning).

Deze uitspraak wordt o.a. toegeschreven aan de Australische ingenieur Charles Jennings, toen (in 2002) hoofd opleiding bij CLO (Reuters). Er zijn echter al vroegere verwijzingen naar de 70/20/10 regel. Blijkbaar kent de 70/20/10 regel voldoende belangstelling om er een apart vehikel voor te creëren, het 70:20:10 Institute (zie http://702010institute.com/), waarvan Charles Jennings mede-oprichter is.

Jennings gaat dus uit van het idee dat je meer leert door iets te doen dan door andere leervormen. En dat zelfs sociaal leren (coaching) beter zou zijn dan formeel leren (cursussen). Jennings stelt dat het model niet enkel een vaststelling is van de effectiviteit van verschillende leervormen, maar dat het ook helpt om ontwikkelingsacties te structureren. Bovendien argumenteert hij dat organisaties standaard operationele processen moeten implementeren om te leren van 'experiental learning'. Het zou organisaties helpen om strategisch na te denken over leren en leren op de werkplek, om zo informeel leren beter te structureren en formeel leren te verminderen.

Alhoewel op de website vermeld wordt dat men formeel leren (bijv. klassikale opleidingen) niet overboord mag gooien, krijgen bedrijven de sterke suggestie om de hele leerstrategie te herbekijken en het framework daarvoor als referentiekader te hanteren. Dit leidt o.a. tot forse uitspraken van de model-believers, zoals 'Stop met cursussen en trainingen'.

Een andere belangrijke bewering van Jennings is dat ervaringsleren op de werkplek een versnelling van het leren zou inhouden en tot een kostenbesparing van 75% kan leiden.

Een kritische kijk

Een interessante, uitgebreide, en kritische review van het framework is van de hand van Patrick Vermeren. Het volledige artikel van 40 blz is terug te vinden op
http://evidencebasedhrm.be/wp-content/uploads/2014/06/702010_final_volledig_1606141.pdf
waarvan ik hier enkele conclusies uit zijn samenvattend overzicht aanhaal - hierbij houd ik mij ver van de kritiek over de (on)betrouwbaarheid van de percentages uit het model:

  • Dat mensen leren uit ervaring leidt geen enkele twijfel (het tegendeel beweren zou een complete miskenning inhouden van hoe ons brein werkt en leert). Hoe effectief formeel leren is, is vrij goed onderzocht, maar hoe effectief informeel leren is, daar zijn jammer genoeg zelfs helemaal geen betrouwbare cijfers over en valt helaas ook moeilijk te onderzoeken.
  • De snelheid van leren wordt voornamelijk beïnvloed door persoonlijkheidsaspecten zoals intelligentie (leervermogen), extraversie, leeroriëntatie en persoonlijke motivatie. De stelling dat leren sneller gaat op de werkplek is niet correct en wordt in de psychologische en pedagogische vakliteratuur enkel als voorwerp van toekomstig onderzoek naar voor geschoven.
  • De geraadpleegde 'knowledgeable experts' zijn het niet eens met het model en beschouwen het als folklore of een stadslegende.
  • De enige interventies waarvan tot nu toe bewezen is dat ze werken in een informele leeromgeving zijn:
  • het geven van voldoende uitdagende, maar ook weer niet té uitdagende opdrachten – vooral in het begin van de carrière;
  • de kwaliteit van de feedback die mensen krijgen, blijkt ook een belangrijke rol te spelen;
  • net als de steun die ze ervaren van zowel de leidinggevende, hun collega's als de organisatie in het algemeen.
  • Jennings overschat schromelijk de rol van het gewone dagelijks werk en zelf doen. Dat dit beter zou werken dan andere vormen van leren wordt niet ondersteund door wetenschappelijk onderzoek.
  • Er is geen enkel bewijs dat informeel leren bedrijven een concurrentieel voordeel oplevert. Een tweede probleem is dat mensen vaak ook verkeerde dingen leren van hun collega's of voorbeelden.

Patrick Vermeren is niet de enige die zich kritisch uitlaat over het 70/20/10 model, je hoeft maar even te googlen en je hebt onmiddellijk een pak andersdenkenden, bijvoorbeel Luc Dorenbosch (zie http://overpersoneelsplanning.nl/de-misleiding-van-het-702010-model/).

Wat vindt ABIS daarvan?

Bij ABIS blijven we er in elk geval van overtuigd dat een formele opleiding in veel gevallen nodig is om ervoor te zorgen dat de andere vormen (experience en social learning) effectief kunnen zijn. In een formele opleiding krijg je immers op een gestructureerde manier de basiskennis en vaardigheden om dan achteraf volop te kunnen profiteren van andere leervormen. Uit onze ervaring blijkt dat ook het volgen van een formele opleiding na een periode van on-the-job training de cursisten een beter inzicht bijbrengt in de bestudeerde materie.

Voor gestructureerd leren zijn er naast de traditionele klassikale cursussen uiteraard alternatieven voorhanden: e-learning modules, de vele MOOCs (Massive Open Online Courses) die je vandaag goedkoop of zelfs gratis kan volgen, formules van blended learning, zelfstandig doorspitten van een goed boek, enz... Waarbij de beste leervorm volgens ons niet bestaat, want deze is sterk persoonsgebonden.

Zelfs als men een sterke believer is van het 70/20/10 model, dan nog wordt er door Jennings voor het formele leren 10% naar voor geschoven; wat totaal verschilt van de interpretatie die sommige bedrijven aan de regel geven, nl. alle formele opleidingen vervangen door werkplekleren.

Conclusie

Dus wat ons betreft, on-the-job learning en coaching: zeker doen; maar zorg ervoor dat dit maximaal rendeert en dan speelt een (voorafgaande) formele training nog steeds een cruciale rol. Wist u trouwens dat ABIS naast een omvangrijke portefeuille klassikale opleidingen en vormen van blended learning, ook coaching aanbiedt - al dan niet na het volgen van een formele opleiding?